13 december 2015 | Tekst: Gerard Drossveld | Beeld: Marcel van Manen
|
WerkingsmechanismenShockwave therapie is in essentie een mechanische stimulus die in een frequentie van enkele pulsen per seconde wordt toegediend, meestal tussen 3 Hz en 20 Hz. De karakteristieke eigenschap is dat de puls een hoge piekintensiteit heeft, een korte stijgtijd en enkele na-pulsen met lagere (negatieve) piekwaarden. Focussed Shockwaves (FSWT) hebben dan nog als verschil met de Radiale Shockwaves (RSWT) dat de stijgtijd naar de maximale piek zeer kort is en de piek veel hoger. Shockwaves zijn in essentie mechanische drukgolven. Deze drukgolven stimuleren op celniveau (Focussed Shockwaves meer dan Radiale Shockwaves) en op weefsel- en structuurniveau (Radiale Shockwaves) een aantal biologische processen. Deze stimulering verloopt als volgt: Het principe van mechanotransductie, dat ook de basis vormt voor bewegingstherapie, is ook van toepassing op deze mechanische drukgolven. Beweging en Shockwave therapie stimuleren trek- en drukkrachten in onze weefsels, waardoor cellen worden aangezet tot activiteit. Door de specifieke karakteristieken doet Shockwave therapie dat heel effectief. Bewezen is een activiteittoename van fibroblasten, een verhoogde release van het hormoon VEGF, toegenomen migratie van mesenchymale stamcellen naar het gelaedeerde gebied en een upregulatie van macrofagen activiteit. Daarnaast geeft Shockwave therapie een geweldige afferente input aan het lokaal, perifeer en centraal neurologisch systeem. Patiënten ervaren tijdens de therapie een intense prikkel, waarvan men nu denkt dat deze tot een vermoeidheid en zelfs onderbreking leidt in de geleiding van zenuwen, die men als hyperstimulatie analgesie typeert. Als laatste werking denkt men dat de enorme sensorische input ook de pijngebieden in het centraal zenuwstelsel beïnvloedt. De hyperstimulatie analgesie ontstaat direct tijdens de behandeling en houdt gedurende uren na de behandelsessie aan. Deze directe beïnvloeding van pijn is soms spectaculair bij chronische pijnklachten.
|
EffectenDe effecten laten zich op basis van bovenstaande informatie raden. Het herstelvermogen van spieren en pezen wordt vergroot. Zowel bij rupturen, maar ook bij tendinopathiën waarbij de lokale peesstructuur aanzienlijk is beschadigd, kan Shockwave therapie het herstel bespoedigen, zeker als dit samengaat met een functionele belasting van het weefsel. Er wordt in de te repareren structuur een vergroot vaatbed gebouwd, waardoor voedingsstoffen en (groei)hormonen hun weg naar de laesie vinden. Tevens worden afvalstoffen opgeruimd (fagocytose) hetgeen ook bijdraagt aan een versnelde afvoer van bijvoorbeeld hydroxyapathiet, het hoofdbestanddeel van calcificaties in pezen. Indien calcificaties in de resorptiefase verkeren kan dit proces worden versneld. In de stabiele of formatie fase kunnen hoog intensieve shockwaves zorgen voor desintegratie van calcificaties, waardoor resorptie en fagocytose makkelijker verlopen. Naast bovenstaande effecten, die vooral voortkomen uit effecten op celniveau, behandelt men in toenemende mate op weefselniveau. Triggerpoints, bindweefsel structuren en omhullende fascia structuren zijn mooie aanknopingspunten voor de fysiotherapeut. De shockwaves verhogen de elasticiteit, reduceren de weefselspanning en kunnen daardoor indirect bijdragen aan een verbeterde microcirculatie. Belangrijk voordeel is bovendien dat door deze apparatieve technieken de handen van de fysiotherapeut worden ontzien. Steeds meer komt uit de markt terug dat de besparing van de handen van de fysiotherapeut een zeer welkome ‘bijwerking’ is. Tegenwoordig is Shockwave therapie
|
IndicatiesVoor de fysiotherapeut volgen hieruit de volgende indicaties:
Naast deze primaire musculoskeletale aandoeningen worden shockwaves ingezet voor enkele urologische indicaties, als m. peyronie, chronische (onbegrepen) bekkenpijn, erectieproblematiek en inoperabele angina pectoris klachten. Bij al deze aandoeningen zijn de aangrijpingsmechanismen zoals eerder beschreven. |